BreinKennis Helpt organisaties ontwikkelen

Wat doet verandering met je brein?

ai generated 8221926 1920

Dat gedragsverandering lastig is, moge ondertussen duidelijk zijn. En ook tips over hoe je het meest effectief kunt veranderen komen steeds vaker voorbij. De meeste van die tips zijn gebaseerd op hoe ons brein omgaat met verandering en nieuw gedrag. Voor wie het interessant vindt om hier wat meer over te weten, heb ik dit artikel geschreven.

Hoe je brein (globaal) werkt

Je zou je brein kunnen zien als een soort hele complexe archiefkast, waarvan alle lades ook weer onderling met elkaar verbonden zijn. Het is een hele ingewikkelde brij van connecties. Die connecties vormen een soort clusters met elkaar. We noemen die verschillende, onderling verbonden clusters ook wel schema’s.

In die schema’s ligt informatie opgeslagen en wordt losse informatie met elkaar in verband gebracht. Die schema’s worden gedurende ons leven opgebouwd, door de ervaringen die we hebben. Een pasgeboren baby heeft nog vrijwel geen schema’s, alles wat hij waarneemt staat op zich. Hij heeft bijvoorbeeld nog geen verband gelegd tussen het horen fluiten van een vogel en het zien van een gevleugeld beest met een snavel. Die verbanden, die schema’s moeten nog aangelegd worden. Dat gebeurt alleen door ervaring, door blootstelling aan prikkels en waarnemingen.

Het ontstaan van schema’s

Stel je voor dat een baby voor het eerst een vogel hoort fluiten. Die waarneming activeert neuronen in het brein waardoor het gefluit hoort. Wanneer de baby dan ook een vogel ziet, zijn er andere neuronen actief, die zorgen voor de visuele waarneming van de vogel. Omdat die neuronen tegelijkertijd actief zijn, neemt het brein aan dat er een verband is. De neuronen maken een connectie, omdat ze tegelijkertijd actief zijn. In het Engels zeggen ze wel: ‘Cells that fire together, wire together.’ Het geluid van de vogel is nu verbonden aan het uiterlijk van de vogel. Het is het begin van een schema. Wanneer de baby de vogel ziet vliegen, voegt het deze informatie toe aan het schema. Zo breidt het schema zich verder uit. Gaandeweg leert het kind dat vogels nesten maken, dat ze eieren leggen, dat er verschillende soorten vogels zijn, dat niet elke vogel vliegt en ga zo maar door. Al die informatie voegt het toe aan het schema ‘vogels’. En zo slaan we de informatie die we leren op en clusteren deze. De verschillende schema’s zijn ook weer onderling verbonden. Want vogel staat in verband met het grotere schema dier en het schema dier staat weer in verbinding met mens en wereld. Het schema dier is onderverdeeld in zoogdieren/ reptielen/ amfibieën en vleeseters/planteneters et cetera. Er ontstaat een complexe, geclusterde, onderling verbonden kluwen aan informatie.

 

MRI scan van de connecties (schema's) in je brein. Bron: pixabay

Schema’s gaan verder dan ‘platte’ informatie

Niet alleen dit soort informatie ligt in schema’s opgeslagen. Al onze ervaringen zijn aan elkaar gelinkt en in schema’s opgeslagen. Dus ook de dingen die je doet. De manier waarop je je werk uitvoert, hoe je je eten kookt, de route naar de supermarkt aflegt, en ga zo maar door. Schema’s zijn een manier voor je brein om jouw leven gemakkelijker te maken, door dingen die je vaak doet te automatiseren. Het is fijn dat je bij heel veel terugkerende dingen niet na hoeft te denken, en het is ook noodzakelijk. Je hebt namelijk maar een beperkte hoeveel energie en beperkte hersencapaciteit. Je kunt dus niet elk stukje informatie of elke gebeurtenis heel bewust verwerken of uitvoeren.

Schema’s worden versterkt door herhaling

De ervaring vormt de mens. We hebben veel ervaring nodig om te leren en te ontwikkelen. Een schema wordt namelijk sterker naarmate je vaker met soortgelijke informatie in aanraking komt. De connectie is in eerste instantie fragiel. Het is alsof je brein een aanzet doet om iets aan te nemen, maar er voor openstaat dat het anders kan zijn. De eerste vogel die je ziet vliegen, zorgt nog niet voor de volledige overtuiging dat vogels allemaal vliegen. Ik vergelijk het weleens met een grasveld waarover één persoon is gelopen. Je ziet dat het gras platgetrapt is en waar de persoon naartoe gelopen is. Maar wacht je een halve dag en regent het een keer flink, dan is er niets meer van te zien. Gebruiken mensen hetzelfde paadje vaker, dan slijt het uit. Er ontstaan van die olifantenpaadjes, waar het gras verdwijnt en de aarde zichtbaar is. Het paadje kan nog verdwijnen, maar dan moet het een half jaar niet gebruikt worden. Uiteindelijk ontstaat na lang gebruik een officiële verharde weg, die niet zomaar meer verdwijnt.

Zo is het met de connecties in je schema’s ook. De connecties versterken naarmate ze vaker actief zijn of je ze vaker gebruikt. Je brein kiest graag de weg van de minste weerstand; de verharde wegen. Die kosten het minste energie en ze brengen ons het snelst bij onze bestemming. Dat wat bekend is, heeft onze voorkeur.

De uitdagingen van gedragsverandering

Dat gedragsverandering lastig is, heeft met name te maken met deze schema’s. De reden dat ons brein liever de snelle, gebaande paden kiest is daar de belangrijkste van. Het aanleggen van nieuwe paadjes kost tijd, het verstevigen en uitslijten van die paden helemaal. En ondertussen blijven de oude ‘geasfalteerde snelwegen’ ook nog steeds bestaan. Je brein heeft dus altijd nog een escape, we kunnen altijd weer heel makkelijk vervallen in oud gedrag.

Wanneer je probeert om in één keer volledig je leefstijl om te gooien, probeer je ofwel een heel nieuw schema op te bouwen ofwel heel veel paadjes tegelijk aan te leggen. Beide zijn veel te complex en kosten veel teveel energie. Daarom werkt verandering in kleine stapjes beter. Je focust je op die manier steeds op het aanleggen van één nieuw paadje en vervolgens op het versterken ervan. Een andere tip die je vaak hoort is dat je nieuw gedrag het best kunt koppelen aan bestaande activiteiten. Wat je daarmee doet is gebruikmaken van je bestaande sterke schema’s. Stel dat je je voor hebt genomen om minder te snoepen, en je bent bijvoorbeeld gewend om bij de koffie altijd een koekje te eten. Die twee gebeurtenissen zijn in jouw schema aan elkaar verbonden met een sterke verbinding. Als je je daarvan bewust bent, kun je je gedrag veranderen door voortaan bij de koffie voor een gezond alternatief te gaan. Je maakt het aanleggen van een nieuw paadje op deze manier heel concreet; je weet nu dat je brein automatisch voor een koekje wil gaan bij de koffie, maar je maakt bewust de afweging om dat niet meer te doen. Dat wil niet zeggen dat de automatische behoefte aan een koekje bij de koffie gelijk weg is, dat paadje zal ook nog bestaan, maar moet langzaamaan minder begaanbaar worden dan het paadje richting het gezonde alternatief. Dat is meteen de reden dat je als derde tip voor gedragsverandering vaak hoort dat je moet blijven herhalen. Alleen door herhaling wordt het nieuwe paadje steeds steviger.

 

Foto credits: AI gegenereerde afbeelding van neuronen van Miroslaw Miras via Pixabay.


Meer lezen over het brein en (gedrags)verandering? Ik schreef er het boek Breinvriendelijk Veranderen over. Voor iedereen die verandering in organisaties aanstuurt, maar ook voor iedereen die geïnteresseerd is in gedragsverandering en het brein. Met toegankelijke breinkennis en een praktische veranderaanpak.

Ook leuk: ik ben in te huren als spreker op dit onderwerp. Voor waardevolle inzichten als je voor een grote verandering staat of op een leiderschapsdag bijvoorbeeld.